Een nieuw atelier- en broedplaatsenbeleid

Kunstenaars, innovatieve makers en creatieve ondernemers zijn belangrijk voor onze gemeente. Dat verdient ondersteuning. Daarom willen we ook het makersklimaat versterken. Daar zijn voldoende werkplekken voor nodig. Niet alleen voor de makers van nu, maar óók voor toekomstige makers die nu worden opgeleid. We zien namelijk dat deze doelgroepen zich tijdens of na hun studie, nauwelijks in onze stad vestigen. Want een betaalbare werkplek vinden is voor startende makers moeilijk. Dit komt door het beperkte aanbod, de beperkte doorstroming en ateliers en werkplekken worden niet altijd voor artistieke doeleinden gebruikt. We zien dan ook dat het huidige systeem begint te knellen. Daarom hebben we een atelier- en broedplaatsenbeleid ontwikkeld dat ingaat vanaf 2025.

De druk op de beschikbare ruimte in onze gemeente is groot

Daardoor is ook het aantal ateliers en werkplekken binnen onze gemeente beperkt. Het makersklimaat van de toekomst komt daarmee in het gedrang. Dat moet anders.

De hoeveelheid beschikbare werkruimtes moet op peil blijven. En we willen zorgen voor extra tijdelijke werkplekken. Zo zien we kansen om creatieve makers te betrekken bij placemaking in gebiedsontwikkelingen. Daarbij werken we ook aan meer tijdelijke plekken voor creatieve functies bij gebiedsontwikkeling. Onze overtuiging is dat deze niet alleen onder meer kunstenaars ten goede komt maar ook de omliggende wijk. Het uitgangspunt is dat we gemeentelijk vastgoed hiervoor inzetten, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen.

Startende makers moeten ook een eerlijke kans krijgen bij het vinden van een gemeentelijk gesubsidieerde werkplek. Daarom willen we doorstromingen binnen het bestaande aanbod stimuleren. Hoe? Door gesubsidieerde werkplekken alleen nog maar te verhuren op tijdelijke basis. De ruimte is schaars en startende makers krijgen nu geen voet tussen de deur. Op deze manier kunnen we startende makers meer plek bieden. Ook willen hen betrekken bij het makersklimaat en hun omgeving, door meer kruisbestuiving te stimuleren.

Ervaren en gevestigde makers zijn ook belangrijk voor onze gemeente. Gesloten atelierpanden willen we veranderen naar creatieve hubs zodat samenwerking, (kennis)uitwisseling - zowel tussen makers onderling, als makers met hun omgeving - een impuls krijgen. Niet alleen via de bestaande atelierpanden maar ook via placemaking binnen de tijdelijke werkplekken.

Ook willen we de doorstroming bevorderen en ervoor zorgen dat de werkplekken alleen voor creatieve doeleinden gebruikt mogen worden.

Wat zijn de belangrijkste veranderingen ten opzichte van nu? 

We stellen een beleid vast waarin deze doelen zijn vastgelegd. Dat was er eerder nooit. We hebben tot nu toe alleen een atelierbeheersorganisatie die wordt gesubsidieerd om individuele ateliers te verhuren. We doen hiermee ook een beroep op de solidariteit van makers naar de nieuwe generatie makers: de mid-career kunstenaars hebben tijd en ruimte gekregen om hun beroepspraktijk in een gesubsidieerd atelier op te bouwen. Startende makers willen we diezelfde kansen geven.

Hoe verder?

Voor huidige huurders verandert er op de korte termijn nog niet veel: de huidige huurders kunnen gebruik blijven maken van hun bestaande werkplek. Er komt een overgangsregeling van maximaal vijf jaar vanaf 2025 voor huurders in de ‘vaste’ panden die op dit moment in beheer zijn van de Atelierbeheerstichting. Op die manier zorgen we ervoor dat iedereen voldoende tijd heeft om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie. Hoe die situatie er voor individuele huurders precies uit komt te zien, kan van geval tot geval verschillen.

Op de hoogte blijven? Meld je aan voor de nieuwsbrief cultuur. 

Meer informatie

Veelgestelde vragen Inventarisatie en terugkoppeling bijeenkomsten 19 & 20 februari (pdf) Notulen bijeenkomst 24 januari (pdf) Raadsbesluit (pdf) Bijlage 1 beleidsnotitie (pdf) Bijlage 2 Advies Buro Stipo (pdf)