Het stoken van hout is ongezond voor jou en voor je omgeving. De rook van een houtvuur bevat namelijk altijd schadelijke stoffen. Als je hout verbrandt, komen er schadelijke stoffen in de lucht, zoals fijnstof, koolwaterstoffen (PAK’s), benzeen en koolmonoxide. Dat zorgt voor ongezonde lucht.
Houtrook is schadelijk voor de gezondheid van iedereen: mensen die in de buurt wonen, maar ook voor jezelf, als stoker. Vooral mensen met een longziekte, ouderen en kinderen zijn kwetsbaar voor de rook van een houtvuur of barbecue. Blootstelling aan houtrook kan directe klachten van de luchtwegen geven zoals hoesten en benauwdheid. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat blootstelling aan houtrook leidt tot meer (ziekenhuisopnamen voor) hart- en vaataandoeningen.
Hoeveel schadelijke stoffen er in de lucht komen, hangt af van het soort kachel, het hout dat je gebruikt en de manier waarop je stookt. Met een paar veranderingen in de manier waarop je stookt, kun je de uitstoot van schadelijke stoffen verminderen. Hoe optimaler het hout verbrandt, hoe minder uitstoot van schadelijke stoffen. Plaatselijk kan de luchtvervuiling bij windstil weer hoog oplopen. Bij windstil of mistig weer kun je het vuur dus beter uitlaten. Kijk daarom altijd op de Stookwijzer voordat je gaat stoken en stook niet bij een stookalert.
De Stookwijzer en het stookalert geven allebei advies over wanneer een houtvuur beter uit kan blijven. Dit is afhankelijk van de windsnelheid en achtergrondconcentraties. De twee hulpmiddelen kunnen helpen om overlast voor de omgeving te beperken.
Met het stookalert roept het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) mensen op om dan geen hout te stoken. Op de website van RIVM staan de actuele stookalerts.
Lees in de infographic (pdf) tips over de houtkachel of openhaard. Lukt het niet om deze pdf te lezen en/of te begrijpen? Wij kunnen daarmee helpen. Neem hiervoor contact met ons op via het digitaal contactformulier.