Herman Moerkerk

Het plein wat we gaan herinrichten is vernoemd naar Herman Moerkerk, een kunstenaar geboren op 2 maart 1879 in ’s-Hertogenbosch. Hij was de zoon van een textielwinkelier aan de Bossche Markt.

Hermans jeugd
Hij was het enige kind (van zes) in leven en kreeg daardoor tijdens zijn opvoeding veel zorg. Vader Gerard Moerkerk zocht naast zijn drukke winkel ontspanning in het tekenen. Ook zijn zoon Herman tekende al op jonge leeftijd. Hij ging naar de katholieke 'burgerschool' of 'tussenschool', waar de kinderen les kregen van de fraters (katholieke broeder). Vervolgens ging hij naar het Sint Aloysius College, het internaat van de Jezuïeten in Sittard. Hier werd zijn creativiteit verder gestimuleerd.

Na zijn opleiding werkte hij in de winkel van zijn vader. Ook nam hij teken- en schilderlessen bij Bossche kunstenaars als Theodoor van Kempen, Piet Slager sr en Jan Bogaerts. Bogaerts adviseerde Moerkerk: ‘Ga zo door, maar neem nooit meer les!’.

Van student naar kunstenaar
In 1901 trouwde Moerkerk met Henriëtte Alard, dochter van een Maastrichtse juwelier. Hij bleef werken in de textielzaak van zijn vader. Daarnaast ontwikkelde hij zichzelf, zonder hulp, tot een onafhankelijk kunstenaar. In 1904 en 1910 had hij succesvolle exposities in Amsterdam. Moerkerk bleef echter een Bosschenaar in hart en nieren. Hij was actief als raadslid bij diverse organisaties en had in en vanuit de stad vele opdrachten.

Hij werd een veelzijdig en veelgevraagd kunstenaar, maar ontwikkelde zich ook tot schrijver, spreker, regisseur, ontwerper en kunstcriticus. Hij ontwierp affiches, optochten en carnavalsactiviteiten. Hij schilderde portretten, stillevens, huizen, straatjes, dorps- en stadsgezichten met veel figuren. Hij werd beroemd door zijn karikaturen, vooral van Bossche en Brabantse volkstypen. Als illustrator en verteller van korte verhalen werkte hij voor de Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, Het Noordbrabantsch Dagblad het Huisgezin en de Katholieke Illustratie.

De les die Herman gaf
Hij ergerde zich aan zijn collega-kunstcritici. Zij vonden zijn werk niet artistiek genoeg; hij was maar een illustrator! Daarom hield hij deze heren in 1927 voor de gek. Moerkerk organiseerde in Kunstzaal Triborg in Tilburg een tentoonstelling met 42 schilderijen. Deze waren zogenaamd door een jonge, pas ontdekte Russische kunstenaar ‘Alexei Wladkine’ geschilderd. Deze moderne kunst was in die dagen 'in'. De critici prezen het als grote kunst. Het bleek dat Moerkerk ze zelf in een handomdraai in elkaar had gezet. De naam van de Russische kunstenaar was verzonnen. Hiermee blijkt dat Moerkerk een groot talent had om verschillende stijlen eigen te maken.

Verhuizing
De omstandigheden in de textielzaak verslechterde. Moerkerk had een vaste baan nodig en ging werken voor het bekendste familieblad voor Nederlandse katholieken, De Katholieke Illustratie. In 1928 verhuisde het gezin Moerkerk daarom naar Haarlem. Hij was een karikaturist die het typische van de mens in zijn illustraties kon verbeelden. Een opvallende uitzondering in zijn werk zien we in 1933. Zijn vaak humoristische tekeningen verzette hij zich tegen het fascisme, nationaal-socialisme en de oorlog.

In de jaren na de oorlog verslechterde zijn gezondheid. Moerkerk leed aan een kwaal aan zijn ogen en er volgde een slepend ziekbed. Hij overleed op 3 augustus 1949 in een ziekenhuis in Haarlem.

Tekst: met dank aan Moerkerks biograaf Frans van Gaal.